De openbare ruimte is van ons allemaal – Wat is shared space?
“Het vormgeven van de openbare ruimte, is wat ik graag doe”. Léon Lurvink geeft adviezen daar waar verkeer en stedenbouw samenkomen. Het verkeersconcept shared space is een goed voorbeeld hiervan. Op deze website geeft Léon aan de hand van een aantal vragen zijn ‘kijk’ op shared space.
Wat is shared space?
“Met het verkeersconcept shared space kan je op een andere manier naar de inrichting van de openbare ruimte kijken. Hierbij wordt de functie verkeer als één van de vele functies gezien. Je kan hiermee bijvoorbeeld bepaalde locaties op een andere manier inrichten, bijvoorbeeld door de traditionele rijbaan niet aan te leggen, terwijl je het berijden van de locatie door alle verkeersdeelnemers wel mogelijk te maken. Je sluit dus geen gebruiker uit.
Het toepassen van shared space hoeft niet en ook niet overal. Het is vooral bedoeld om op locaties waar de verkeerscapaciteit onder geschikt is aan de wooncapaciteit meer evenwicht te brengen in de leefbaarheid. Met één gezamenlijke ruimte wordt de beleving van de openbare ruimte heel anders, zowel voor automobilisten als fietsers en voetgangers. Een doel van het toepassen van shared space kan zijn dat je de openbare ruimte wil benadrukken als één geheel en meer evenwicht wil aanbrengen in het gebruik door voetgangers, fietsers en auto’s.”
En wat betekent dit voor de gebruikers?
“Dit betekent dat je jezelf serieus moet nemen en moet beseffen dat de openbare ruimte ook van jou is. tegelijkertijd moet je de ruimte delen met een ander”. Léon geeft aan dat we op z’n tijd allemaal èn voetganger èn fietser èn automobilist zijn. Als er een rijbaan is moet je als voetganger meestal wachten tot de hele rij auto’s voorbij is, terwijl je in de auto de fietsers die zich op de rotonde snel ertussen wurmen ook wel lastig vindt. Als fietser heb je niet altijd zin om voor een voetganger af te remmen.” In een gezamenlijke ruimte kan er meer sociaal gedrag ontstaan.
“We willen allemaal op prettige wijze naar onze bestemming gaan en dat anderen op fatsoenlijke manier rekening met je houden. Je wilt niet alleen afhankelijk zijn van regel die bepalen wanneer je wel of niet mag oversteken. Soms is het goed dat je voorrang krijgt omdat het nodig is; soms omdat het op dat moment logisch en gemakkelijk is.”
Wat doet shared space met de gebruikers, is dat niet gevaarlijk? “
Zomaar wat doen in het verkeer kan inderdaad gevaarlijk. Het is niet de bedoeling dat er een ‘scared space’ ontstaat, een soort ‘Boliviaanse zoutvlakte’ waar het recht van de sterkste geldt. Shared space is ook niet toepasbaar in alle verkeerssituaties maar verrassend genoeg ook wel weer in veel situaties waar er sprake is van een duidelijk omgeving waar de woon- en verblijfsfunctie sterk aanwezig is. Belangrijk hierbij is dat de snelheid van het verkeer laag is, niet hoger dan 30 km/uur.
Volgens Léon is shared space juist bedoeld om pleinen te maken en straten een betere inrichting te geven. Hiervan profiteren dan de voetgangers en daarmee ook voor de fietsers in gebieden die juist voor deze weggebruikers belangrijk is. “Steeds meer gemeenten willen een prettig en leefbaar centrum waar ruimte is voor promenades en terrassen, winkelend publiek en recreanten. Daarin past geen automobilist die er op ‘automatische piloot’ doorheen rijdt. De inrichting moet geen strafexpeditie zijn voor de autogebruiker. Ik rijdt zelf ook in zo’n voertuig. Als ik een ontwerp maak met het verkeersconcept shared space help ik de bestuurder om rustiger en met een lagere rijsnelheid te rijden.“
“Ik weet dat het tegenstrijdig klinkt als ik zeg dat door minder te regelen en minder voorspelbaarheid er meer verkeersveiligheid ontstaat. Toch weten we dat in verblijfsruimtes onverwachte dingen kunnen gebeuren. Met een andere vormgeving wil ik dat benadrukken.”
Je kan dan toch ook borden plaatsen? Léon legt uit dat er recentelijk een onderzoek is gehouden naar het effect van verkeersborden waarop Nijntje staat afgebeeld. “Het blijkt dat automobilisten langzamer willen gaan rijden. Met het zien van Nijntje, wordt iedereen dus weer even ‘mensch’. Nijntje appelleert blijkbaar direct aan ons sociale gevoel en koppelt dit aan ons eigen gedrag. Dit resultaat geeft dus aan dat mensen in de openbare ruimte bereid zijn sociaal te rijden als dit hen duidelijk wordt gemaakt. Dit is juist wat ik wil bereiken met shared space.”
Je vertelde al dat shared space niet overal mogelijk is. Waar wel en waar niet?
Het toepassen van shared space is niet gebonden aan strikte aantallen voertuigen. In Frankrijk zijn er voorbeelden van wegen met 25.000 auto’s per etmaal die omgevormd zijn. Dat is wel een uitzondering. Minder verkeer hebben in verblijfsgebied heeft mijn voorkeur. Je hebt het echter niet altijd voor het zeggen en de hoeveelheid verkeer in een verblijfsgebied is geen excuus om niets te doen. Ik vind dat in de verblijfsgebieden waar een sterke woonfunctie en veel verkeer rijdt, shared space prima toepasbaar is. Dit hoeft niet over de hele lengte van de straat. Je kan dit bijvoorbeeld doen op kruispunten of specifieke plekken. De klassieke verblijfsgebieden hebben zo gemiddeld een maximale verkeersintensiteit van 6 à 7.000 auto’s per etmaal. Ik heb op verschillende ‘traversen’ door de woongebieden waarop dagelijks ongeveer 9 tot 10.000 auto’s reden, shared space geadviseerd en toegepast.
Wat is het doel van shared space?
Léon heeft als verkeerskundige een duidelijke missie: ”We moeten ervoor zorgen dat iedereen op gelijkmatige en veilige wijze toegang heeft tot de openbare ruimte. Het is vooral nodig op plekken waar het belangrijk is dat de voetganger gemakkelijk kan oversteken. “Shared space moet geen doel op zich zijn. Het is een middel, te gebruiken op een geschikte locatie”. Door ‘space sharing’ kan je prettige straten en pleinen maken, die uitstekend passen in verblijfsgebieden omdat ze minder voorspelbaar en afwisselend zijn. Daardoor passen de gebruikers zich gemakkelijker aan bij de bedoeling van het verblijfsgebied.”