What’s in a name, Shared space of space sharing?
Jij gebruikt meerdere benamingen, waarom?
“Ik heb een tijd meegemaakt dat de term space sharing werd gebruikt. In 1990 is een goede publicatie verschenen, ‘Better and safer STREETS through traffic calming’. Een coproductie tussen Nederland, Frankrijk, België, Duitsland, Luxemburg en Zwitserland. Hans Monderman heeft later space sharing als verkeersconcept beschreven en ‘shared space’ genoemd.
Als verkeerconcept is Shared space stapsgewijs opgebouwd zodat het voor velen te begrijpen is en breed toepasbaar. Hiermee is een hele belangrijke stap gezet en is het verkeersconcept omarmd door zowel politici als (verkeerskundige) vakgenoten. Over shared space is veel geschreven. In de nieuwste publicatie Handboek Verkeersveiligheid van het CROW staat waarom het ‘anders’ ontwerpen nodig kan zijn en wordt het ‘hoe en waarom’ beschreven.”
Waar begint het voor jou?
Léon geeft aan dat zijn bewustzijn over een andere kijk op de inrichting ontstond, toen hij in 1983 de publicatie ‘Van woonerf naar woonwijk’ van Boudewijn Bach las. “Een bijdrage van Jan Giskes, ‘Traffic-kindness in new building districts’, sprak mij erg aan.
Wat ik toen niet herkende was dat zijn bijdrage in samenwerking met Joost Vàhl was gemaakt.” Léon vervolgt. “En toevalliger kan het niet zijn. In 1994 ben ik verkeerskundige geworden in Culemborg, waar ook Joost Vàhl werkzaam was.”
Léon geeft aan dat de samenwerking een leerzame periode is geweest. ‘Ontwerpen naar de toekomst’, met veel informatie over de vroege strijd tegen de verkeersonveiligheid en de wederzijdse beïnvloeding van stedenbouw en verkeer.
De kijk van Giskes en Vàhl op het samenspel tussen verkeer en stedenbouw is in 1985 tijdens het jubileum van Nederlandse Hogeschool Leeuwarden (NHL) door hen op de kaart gezet. Zij gaven een presentatie over het integraal benaderen van de vormgeving bij het (her)inrichten van de openbare ruimte. Leuk detail: op deze bijeenkomst was ook Hans Monderman aanwezig. Voor hem een ‘eye opener’ voor een andere kijk op wegen en straten in Friesland, en de rest van de wereld.
De presentatie met prikkelende stellingen, is uitgewerkt tot de publicatie ‘Traffic Calming through integrated urban planning’ (‘Verkeer en stedebouw: samen een kunde apart’, 1988 en 1990). “Ik vind dit nog steeds een zeer actuele publicatie. Verplichte leerstof voor studenten (en vakgenoten).”
Kan je daar wat meer over vertellen?
Léon vat kort samen wat hij in de loop der tijd heeft gelezen. “Het verhaal over space sharing begint op het moment dat een aantal mensen in de jaren 70 van de vorige eeuw bemerkten dat de openbare ruimte in de steden en dorpen ingrijpend veranderd was. Waar straten vroeger plaats boden aan een levendig en sociaal gebruik, is met de verplaatsing van veel activiteiten naar binnenshuis en de grote groei van het autoverkeer, de inrichting van de straat sterk veranderd. Met het gemak van de mobiele samenleving namen ook de verkeersongevallen, congestie en luchtverontreiniging toe. Dit werd een onhoudbare situatie. De wegen doorsneden de steden en dorpen, vormden grote barrières en veroorzaakten hoge aantallen verkeersslachtoffers. Er ontstonden stadsdelen die afgesneden waren van het centrum, wooneilandjes die gescheiden werden door wegen, dorpen werden in tweeën verdeeld, enz.”
“Langzaam kwam er een reactie: Straten zijn geen snelwegen. In Nederland en de landen om ons heen ontstonden experimenten om de straten multifunctioneler in te richten. In Nederland werd op het gebied van een ‘andere stedenbouw’ geëxperimenteerd in steden zoals Delft, Gouda, Lelystad en Culemborg. In Frankrijk werd in de jaren 80 van de vorige eeuw al vele proefprojecten gestart. In de Franse stad Chambéry is de laatste 30 jaar op grote schaal met een fysieke verandering het rijgedrag en snelheid aangepakt en daarmee het aantal verkeersslachtoffers betekenisvol verlaagd.”
De introductie van het begrip omgevingscapaciteit tegenover verkeerscapaciteit is erg belangrijk geweest. Met andere woorden, hoeveel verkeer kan een omgeving aan. Niet alleen in de zin van hoeveelheden auto’s maar juist in de zin van een aanvaardbare snelheid. Immers de snelheid is bepalend in mate van letsel bij ongevallen en conflicten. De illustratie hiernaast komt uit Traffic Calming.
Shared space
Lurvink vertelt: “Toen gaande weg de verkeerssystematiek duurzaam veilig werd geïmplementeerd, is shared space als integrale benadering van het (gezamenlijk) ruimtegebruik ontstaan. In shared space wordt, net als in de eerdere initiatieven in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, een duidelijke relatie gelegd tussen gedrag en omgeving. In het verlengde van de al bestaande ontwikkelingen is in de jaren negentig op tal van locaties in (Noord-)Nederland gestart met een meer integrale aanpak van verkeersveiligheid, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit.”
“Hans Monderman heeft met de introductie van shared space een verkeersconcept neergezet dat bereikbaar en bruikbaar werd voor een ‘breed publiek’. Hans bracht door zijn manier van communiceren shared space in beeld bij bestuurders van gemeenten en provincies èn onder aandacht van vakgenoten. Niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten: Shared space is echt een Nederlands exportproduct geworden.” Léon geeft aan dat er zelfs diverse borden zijn voor het aanduiden van gebieden zonder bebording. “Dat kan natuurlijk niet. De inrichting zelf moet leesbaar zijn en aangeven at de bedoeling is. Als er een bord nodig is, dan past maar één bord: Hans was here!”