Shared Space

“Shared space, hoe doen we dat en wat betekent het?


Shared space, hoe doen we dat?

Om een goed ontwerp te krijgen werkt Léon samen met vakmensen uit de gemeentelijke organisatie. Als ‘flexibele inhuur’ past hij met zijn ervaring uitstekend in een projectteam. Léon werkt graag samen met de verschillende disciplines. De basis voor een goed ontwerp is een projectteam waarin stedenbouw en landschapsarchitectuur vertegenwoordigd zijn.

Communicatie is daarin ook een belangrijke speler. Léon: “Voor een opdrachtgever heb ik samen met de landschapsarchitecte en de afdeling communicatie een toelichting geschreven over shared space en vertellen hoe we aan de slag gaan met shared space. Kernwoorden zijn daarbij <samen delen> <rekening houden met elkaar> <middenweg> <praktijkervaringen> en <geleerde lessen>. Lees verder. Via deze link krijgt u de toelichting te zien: shared space, hoe we het doen!

Léon voegt er een extra onderdeel aan toe, namelijk nieuwe ontwikkelingen. Léon: “10 jaar geleden hadden we geen iPad en de elektrische auto zit ook nog niet zolang in ons systeem. De wereld veranderd in een rap tempo. Bijna alles in de cloud, het nieuwe werken en natuurlijk de manier waarop we ons voortbewegen.” Dit betekent dat ook het gebruik van de auto, de bus en het vrachtverkeer anders kan in de toekomst.

Cartoon: Nee, dit zijn geen uitlaatgassen, dit is verdampt verkeer!
Nieuwe ontwikkelingen

Volgens Léon moeten we nadenken over de nabije toekomst.“Er is een nieuwe beweging gaande die een andere mobiliteit tot stand brengt. Eén die elektrisch is en die vooral zelfrijdend wil zijn. Dit spreekt vele mensen om vele verschillende redenen aan. De één vindt de verkeersveiligheid en gezondheid belangrijk, de ander juist het nut voor de economie, de ander het gebruiksgemak.”

Omdat shared space vaak rondom centra wordt toegepast is er het dilemma met de bus. Deze rijdt hier ook om bewoners op te halen, voorzieningen te verbinden. Het lijkt er vaak op dat de bus het liefst zo snel mogelijk, zonder hindernissen en op gezette tijden wil rijden. Soms is het afremmen van de bus nodig om een goede balans te krijgen in de verkeersveiligheid en de beleving ervan. Het toepassen van lagere rijsnelheden lijkt op eerste gezicht geen pré voor het OV. Toch is er een gezamenlijk belang. Openbaar vervoer is er bij gebaat dat voorzieningen blijven bestaan, dat er verkeersleefbare corridors zijn in een dorp of stad(deel). Er wordt veelal vergeten dat een langzaam rijdende bus erg wordt gewaardeerd door verkeersdeelnemers die niet in de bus zitten en dat de bus ook gezien kan worden als bewegende snelheid regulator, de maat voor het verkeersgedrag. Het kan zijn dat met moet wennen aan de lagere rijsnelheid in die specifieke gebieden. Met het toepassen van shared space kan de rijsnelheid verlaagd worden, maar wil dat niet zeggen dat de gemiddelde rijsnelheid erg omlaag gaat. Met slow&fluently zijn de verloftijden niet altijd aanwezig. het heet niet voornemens: ‘langzaam gaat sneller’!

Wat betekent elektrisch vervoer voor onze openbare ruimte?

Léon noemt een aantal punten waar hij over nadenkt en soms zorgen over maakt. Lees mee met Léon:

  • Rijden de auto’s straks zonder mensen? Moeten we dan stoppen voor lege auto’s die bestuurd worden door robots?
  • Is een zelfrijdende auto ‘allesziend’? Detecteert een zelfrijdende auto uw kind of huisdier wel?
  • De elektrische auto rijdt geluidloos van 0 naar 100 km/uur: willen we dat in een woonwijk?

 

Er zijn ook goede innovaties met de ‘auto-oto’ te maken volgens Léon. Zoals het heel anders inrichten van onze straten. We kunnen veel meer afwisseling in het straatbeeld brengen. Of zelfs in de steden de auto in het straatbeeld terugdringen. Iedereen heeft een auto en parkeert deze in de straat.” Léon vervolgt: “Nu zijn er een aantal gemeenten die experimenteren met het verplaatsen van auto’s van de straat naar (leegstaande) parkeergarages met als doel meer vrije ruimte te creëren in de openbare ruimte. Dit biedt kansen voor een meer (be)leefbare straat.”

Volgens Léon moeten we ons de komende tijd focussen op de woonbuurten. “Een zelfrijdende auto zit vol elektronica. Koppel de auto automatisch aan alle verblijfsgebieden. Dit kan met detectiepoortjes, maar wellicht ook wel slimmer. Zo koppel je de auto aan een maximale rijsnelheid. Hierdoor kan de auto nog sneller inspelen op onverwachte gebeurtenissen en vergroot je de verkeersveiligheid in de buurt. Dan wordt de ‘auto-oto weer echt een familieauto.”